Winterlingen één
De wandelingen begonnen eerder toevallig. Een nieuwe streek die zich ertoe leende, wandelknooppunten die ontknoopt wilden worden, het spijtig wegvallen van mijn hardlooproutine. Nooit eerder deed ik dat laatste tegen mijn zin. Lopend door het landschap, beviel mij het tempo, waarmee ik het leven kon aanschouwen. Wandelen vond ik dan ook meer iets voor anderen.
Corona 7
Het universum is zich met me komen bemoeien. Biedt me een glooiend landschap aan, waar ik doorheen kan lopen. Geeft me verf in handen waar ik cirkels mee schilder op een schelp. Laat me uitrusten op een terras, terwijl boven mij de sterren zijn. Laat me spaghetti eten, gekruid met tandoori. Doet me lachen, omdat ik altijd maar 'goh' blijf zeggen. Geeft me een uitweg, doorheen mijn opgeslagen ervaringen.
Corona 6
Wat heeft het lang geduurd, het zoeken, het onderweg zijn. Wat kostte het veel tijd en energie. Wat was het lijdend vaak, want moeilijk. Wat was het hard neer gaan, zo keer op keer. Een telkens opnieuw onderbroken worden. Uit de stroom geraken. Uit het leven vallen.