NU
Hoewel het keihard waait moet ik een beetje lachen. Ik ben best nerveus, dat wel. Ik wil het echt al lang, maar wist niet goed wat en ook niet waar.
De ziel
Zij heeft een veel te grote, donkerblauwe jas aan met een beige muts die net tot op haar ogen valt. Ze zit net als ik in de trein, op de bank aan de andere kant van het gangetje. Ze eet een belegd broodje, hoogstwaarschijnlijk gekocht in de broodjesketen Panos, in het station. Wat elke dag honderden mensen zo doen. Die broodjes zijn ingepakt in een tamelijk hard soort, doorzichtig plastic. En vervolgens nog es in een luidruchtig papieren zak.
Tijd
Van achter mijn bureau hoor ik welk weer het is. Want autobanden doen water omhoog spatten op het wegdek. Nu is het blad echt wel gevallen zeg maar.