De wandelingen begonnen eerder toevallig. Een nieuwe streek die zich ertoe leende, wandelknooppunten die ontknoopt wilden worden, het spijtig wegvallen van mijn hardlooproutine. Nooit eerder deed ik dat laatste tegen mijn zin. Lopend door het landschap, beviel mij het tempo, waarmee ik het leven kon aanschouwen. Wandelen vond ik dan ook meer iets voor anderen. Tot ik mijn eerste foto nam. En er een aandrang ontstond, eropuit te gaan. Na elke tocht kwam ik blij thuis. Had ik iets (in-)gezien. Had iets zich ontvouwd. Was er iets ontstaan. En meer nog. Er gebeurde iets met míj, al kon ik het niet benoemen. Hoe kon ik weten, dat het nog vierhonderd kilometer zou duren, eer ik besefte wat.
 
Vandaag is het winter. Bij uitstek het helderste seizoen. Wat een contrast lijkt, daar het ook het duisterste is. Maar net daarom, kun je het licht goed waarnemen. Dat valt nooit slecht, verblind niet en is frequenter aanwezig dan je binnen kan vermoeden. De lucht is zuiver in zijn koelte. Het afschrikwekkende grijs bevat in werkelijkheid ontelbare nuances. Mengt zich met het winterblauw, -wit en -geel. Boomkruinen met hun kale takken, steken af tegen de omgeving. Eenzame herfstbladeren tref je aan, daar waar je ze niet verwacht. Vogels zwermen over de velden. Je hoeft niets te zoeken. Je kan alles zien. Overal doorheen kijken. Zo raken gedachten, quasi moeiteloos geordend, zijn patronen glashelder. De eenvoud heerst, je mag berusten.
 
Wat echter, met al het water? Want samen met de beken, de weilanden, de straten en de huizen, stromen wij stilaan helemaal over. Hoe kunnen wij staande blijven, te midden van zo'n tsunami? Wat moeten wij, met deze overvloed, waarna geen eb komt? Wat als de weergod geen oren heeft naar onze roep om een pauze, om wat rustiger vaarwater? Op welke plek zullen wij uitkomen, na al dat hozen? Kan iedereen wel dammen bouwen, een schuilplek vinden? En waar zijn de reddingsbanden?
 
Zullen wij vertrouwen op de klaarte die een winter brengt? Op zijn klinkklare reflecties? Zullen wij vooral ook niet vergeten, ín het water te kijken? Want zelden krijgen wij zo'n feilloze, zo'n mooie spiegelingen te zien, zelfs als wij niet weten, hoe te zwemmen.