Van achter mijn bureau hoor ik welk weer het is. Want autobanden doen water omhoog spatten op het wegdek. Nu is het blad echt wel gevallen zeg maar. 

Ik schuif mijn Portugese werkwoorden even voor me uit. Anders kom ik nooit aan deze brief aan toe. Wat is tijd toch een moeilijk beestje geworden. Waar vroeger een brief schrijven zoiets gezellig was. Een koffietje erbij. Nog vroeger een sigaretje en een glas wijn. En nu is het alsof het bergen tijd inneemt die je maar niet schijnt te hebben. Hoe komt dat toch? Het lijkt wel een verboden goed geworden, een brief schrijven. Ook doe je het nu met gemberthee erbij, kwestie van toch het gevoel te hebben dat je aan je gezondheid werkt terwijl je tijd verliest. Wat een gekke tijd is me dit. In feite zou ik in plaats van te schrijven bezig moeten zijn met de andere dingen van op mijn lijstje. Het lijstje 'nog te doen' waar nooit een eind aan komt. Waarop ik maar blijf doorstrepen wat gedaan is. En wat gedaan is valt niet op, het verdwijnt in het niets. Of nee, niet in het niets, in al hetgeen wat erbij komt.

Zo mijmerend over tijd wil ik het liefst gewoon door de ruit zitten kijken. Naar hoe andere mensen in hun auto voorbij rijden om alles te gaan doen. Cursus volgen en werken. Familie en kapper bezoeken. Yoga les en bloemschikken. Op weg zijn naar the love of hun life. Waardoor ik dan misschien wat kan rusten ondertussen. En even, een stroopwafeltje lang, mijn hoofd kan neerleggen.