In de wandelingen is er een constante om te volgen, de beweging van vasthouden en loslaten. Hoewel dit misschien niet als een houvast ervaren wordt, daar het geen uitgestippelde weg is, is het dat wél. Het is een heel organisch, onlosmakelijk met mekaar verbonden mechanisme, waarin de natuur ons al eeuwen voorgaat. Iets waar we op mogen vertrouwen. Vreemd dan ook, dat de mens daar doorgaans tegenin gaat. Door alles vast te willen maken. Is het dan niet een beetje gek, dat we, terwijl we bezig zijn met ons vast te klinken aan wat we maar kunnen, de mond vol hebben van loslaten? Loslaten, wat toch geen sinecure is, lijkt hiermee heden ten dage, een vluchtige hype geworden, een must. Waarmee we eerder de tijd trouw willen zijn, dan de natuur.
Ik sta aan de rand van een weide te kijken naar enkele koeien. Koeien zijn erg nieuwsgierig. Ze kijken je soms zo aan, dat je niet anders kunt dan glimlachen. Plaats ze dan ook nog eens in een dramatisch, uitgestrekt landschap, en je krijgt een plaatje om u tegen te zeggen. Ja, hier neem ik een foto van. Ik hef met mijn hand een wit lint op dat in de weg zit, en nog geen seconde later lig ik kromgebogen op het kiezelpad. Ik ben door de kracht van de elektriciteit die op die draad zat, wel een halve meter achteruit gekatapulteerd. Het zal een hele wandeling lang duren om hiervan te bekomen. En dat allemaal, omdat ik iets wou vastleggen. Ik denk hierover na. Natuurlijk leg je met een foto altijd iets vast. Om het mee de eeuwigheid in te nemen. Zo ontstaat een soort gevoel van dat je het toch maar mooi voor altijd hebt. Alleen, is het wel nodig, om alles zo te willen bepalen? Wat, met gewoon kijken, genieten, stilstaan en het ogenblik zelf te beleven? En dan verder te stappen, zonder dat je het persé gedefinieerd wilde hebben, want kon laten zijn, kon laten gebeuren in het moment.
Ik moet denken aan de bomen. Die elk jaar, het lijkt als vanzelf, hun bladeren loslaten. En als de boom het zelf niet kan, helpt de wind wel een handje. Weten zij immers niet als de beste, dat het niet anders kan, het verlies toe te laten, omdat er enkel zo weer gegroeid kan worden?
Ik zal dan ook zacht zijn, komende herfst, als het weer zover is. Voor de wilg, de iep, de els. En geduldig met hen in de rij naar de kassa staan. Om mee de prijs te betalen, van dat onvermijdelijk proces, dat werkelijk loslaten, nu eenmaal kost